Kapel Aijen

Aijen

de naam van het dorpje, in het dialect ‘Äöje’, is mogelijk een oude verwijzing naar de ligging in een rivierlandschap (vergelijk ’Ooijpolder’). Dat de Aijenaren in zo’n landschap wonen, weten ze maar al te goed: de herinnering aan de ernstige overstromingen van de Maas in 1993 en 1995 staat in hun geheugen gegrift. Ook in januari 2011 waren ze ingesloten door het hoge water.

Sint Antoniuskapel en Köpkesmert

Deze kapel is vermoedelijk omstreeks 1600 gebouwd. Dat kan uit de gotische bouwstijl en de vorm van de gebruikte stenen opgemaakt worden. De kapel is toegewijd aan St. Antonius Abt. Tot de fraaie inventaris behoren onder meer een altaar, een biechtstoel, een preekstoel en diverse houten beelden, waaronder enkele van de naamgever van de kapel. Ze dateren bijna allemaal uit de zeventiende eeuw. Er staan ook twee achttiende eeuwse kerkbanken in de kapel. Het luiklokje in de toren is in 1648 gemaakt door Johannes en Henricus van Trier.

Sint Antonius Abt

Sint Antonius Abt wordt vaak in een habijt van een kanunnik afgebeeld. Bekend is namelijk dat zijn volgelingen, de Antonianen of Antonieten, zich vanaf 1297 van paus Bonifatius VIII kanunniken mochten noemen. Er bestaan dan ook vermoedens dat de kapel vroeger bij een kanunnikenklooster hoorde. Bewijzen zijn daarvoor nooit gevonden.

De heilige staat vaak ook met een bedelstaf en een varken (met een klokje om de hals) als zijn metgezel afgebeeld. Dat heeft te maken met het feit dat zijn volgelingen geld en giften in natura mochten inzamelen voor armen en zieken. De Antonianen hadden dan gewoonlijk een staf met daaraan een klokje bij zich. Ook mochten ze varkens houden en die vrij laten rondscharrelen.

Köpkesmert

Bij de kapel staat een sokkel met daarop een bronzen varkenskop, ontworpen door kunstenaar Clemens Driessen. Het kunstwerk refereert aan een eeuwenoude traditie in Aijen. Al vanaf de zeventiende eeuw wordt op of rond 17 januari, de feestdag van Sint Antonius, bij de kapel een jaarlijkse ‘köpkesmert’  gehouden. Die traditie zou haar oorsprong hebben in lang vervlogen tijden, toen men varkens(koppen) aan Germaanse en Keltische goden pleegde te offeren. Op deze köpkesmert, georganiseerd door het Schuttersgilde St. Antonius Abt, bieden inwoners van Aijen varkenskoppen aan. Deze ‘köpkes’ worden dan bij opbod geveild en daarna telkens opnieuw ter veiling aangeboden. Dat gaat net zo lang door tot er een flinke opbrengst voor de instandhouding van de kapel is bereikt. De varkenskoppen gingen vroeger naar de armen, maar tegenwoordig wordt er een nonnenklooster mee verblijd.